2. D ‘draait’ t.a.v. mijn functioneren in 1989.
De DC - die met D had besproken dat de wisseling van periodiekdatum de medewerkers niet financieel zou benadelen - accepteerde deze redenering, en kan hiervan ook getuigen (december 1989, APV 1991).
De directeur schrijft op 24 januari 1990:
ii. In de rechtszitting - nu bevordering aan de orde bleek - werd gesteld dat de tweede periodiek werd onthouden wegens twijfel aan het functioneren.
Voor de FPB is van belang te weten dat chef en HAC eerst ‘gemengde scores’ hanteerden. Ter zitting van de bezwarencommissie bleken deze niet toegestaan. De FPB is ter plekke aangepast - in plaats van gewoon vernietigd. Deze ter zitting vastgestelde FPB heeft 3 B’s ("voldeed op een of meer aspecten niet geheel aan de gestelde functie-eisen"), 1 problematische blanco, 3 C’s ("voldeed aan de vastgestelde eisen, functioneerde naar behoren") en een D ("ging boven de gestelde functie-eisen uit") (voor kennis & vaardigheden). De beoordeling in zijn geheel is
- kwaliteit:
B (was eerst B/C)
- kwantiteit:
D (was eerst C/D).
Hiermee is het de vraag of betrokkene überhaupt voor één periodiek in aanmerking komt.
Het beeld is duidelijk anders. De D, voor kennis & vaardigheden, betreft een kwaliteitsaspect. De kritiek op het gedrag in de werkplek zou moeten inhouden dat de voor het bureau zinvolle kwantiteit van het geleverde werk juist afneemt van C/D naar C (en niet toeneemt naar D). Ter zitting is de kwaliteit verlaagd die dan echter eerder gelijk had kunnen blijven aan de verkorte beoordeling.
2d. De reactie van de directeur bevat de noviteit van een nieuwe definitie van het "goed" functioneren, ingevoerd nadat de FPB op 19/2/90 door hem was vastgesteld."Bovendien is de taakomschrijving vrij sterk toegespitst op de relatief sterke punten in de huidige F.P.B. hetgeen u goede kansen biedt."Dat gold ook in het verleden, dus zou weging van B en D tot minstens C mogen leiden. Quod non.
i. Oud en vertrouwd was:De onder alle medewerkers verspreide nota "Referentiepaden voor honorering van CPB-medewerkers" van november 1987, vermeldt wel het "goed functioneren" maar definieert dit niet. Bijgevolg laat deze nota begrijpen dat een nadere definitie niet nodig is, cq. dat de oude definitie eruit bestaat dat men geacht wordt goed te functioneren wanneer men voldoet in de functie waarin men is aangenomen. Een beoordeling geldt ten aanzien van het FIF. De FPB hanteert code C voor "voldeed aan de vastgestelde eisen, functioneerde naar behoren". Een C zou tot honorering van de aan het FIF verbonden schaal leiden. Wat is tenslotte de betekenis van voldoen ? Het formulier voor de verkorte beoordeling vermeldt "naar behoren (= goed)".ii. De directeur voert in april 1990 een nieuw verschil in tussen "goed" en "voldoende". Hij schept een extra criterium voor het krijgen van de schaal van de functie waarin men functioneert en waarvoor men beoordeeld wordt. Het "goed" zijn vereist een soms "boven de gestelde eisen uitgaan" (code D).De directeur stelt:iii. De directeur stelt t.a.v. mijn functioneren in 1989:"Er is sprake van goed functioneren indien op alle in de F.P.B. genoemde algemene gezichtspunten aan de vastgestelde eisen wordt voldaan (dit is het naar behoren functioneren, waarderingscode C bij de F.P.B.) en [cursivering van TC] op een of meer gezichtspunten boven de eisen wordt uitgegaan. In het geval op een gezichtspunt niet aan de eisen wordt voldaan kan niettemin van goed functioneren worden gesproken indien het gezichtspunt niet van overwegend belang is voor de functie en indien op andere gezichtspunten in ruime mate boven de eisen wordt uitgegaan.""Dit beeld laat een ‘voldoende’ functionerende medewerker zien, met enige kanttekeningen ten aanzien van het gedrag. Dit beeld werd bevestigd door de, op uw verzoek opgemaakte, F.P.B. Bovenstaande, naast het totale beeld van uw functioneren in het beoordelingstijdvak, heeft mij geen aanleiding gegeven om u een normale salarisverhoging (periodiek) te onthouden. Evenwel ontbrak mijns inziens juist dié voorwaarde in uw functioneren, die een extra salarisverhoging dan wel een bevordering op dit moment zouden rechtvaardigen."iv. De rechter heeft deze nieuwe definitie van de directeur gewoon overgenomen. Dat is wonderlijk. Omdat ik voldeed - volgens het BBRA - had de rechter moeten bevorderen.De kwestie van deze nieuwe definitie is ook aan de orde gesteld bij de DC, en er is nog geen adequate reactie ontvangen.v. D is in de war t.a.v. de beoordeling voor de functie waarop men zit en de beoordeling voor een nieuwe en hogere functie. Het beroep geldt ook of de directeur tussentijds definities mag veranderen en af mag wijken van algemeen gangbaar beleid. (217)
217 D heeft het "referentiepad" ingevoerd in 1987 bij een formatieve herwaardering. Juristen blijken geneigd negatief te interpreteren dat ik in 1987 niet onmiddellijk om schaal 12 gevraagd heb. Ik zou hiermee impliciet hebben erkend minder goed te functioneren, of zo. Er is echter niets anders gedaan dan wat op het bureau normaal was, en wat collega’s ook in 1994 nog doen. De bezwarencommissie EZ d.d. 17 december 1990 stelt: