| Kolom1:
Boekbespreking: Conquest
of the Plane,
door Jeroen
Spandaw, Euclides,
blad voor leraren wiskunde,
Februari 2012, 87-4,
p168-170.
Dit is pagina 169. Zie 168
of 170.
|
Kolom 2:
Stapgewijs commentaar bij
deze "bespreking" door Thomas Colignatus, 13 en 14 februari 2012
In aanvulling op de samenvattende
reactie.
Dit is pagina 169. Zie 168
of 170. |
Kolom 3:
Dus verkeerd
weergegeven (V)
of lasterlijk (L) |
|
 |
-
Vectoren worden behandeld vanaf
pagina 89 en op pag 91 wordt uitgelegd dat we overgaan op vectoren van
de oorsprong. Gewoon lezen.
|
V |
18 |
 |
-
In die "Waarschuwing
voor wiskundigen" gebruik ik de term "wiskundige". De toevoeging "betweter"
is van Spandaw. Maar OK, het opstel schetst de spanning tussen wiskunde
en giskunde, en er zit iets betweterigs in denken dat iets wiskunde is
terwijl het giskunde is.
-
Na lezing van deze "boekbespreking"
is de conclusie inderdaad dat Spandaw de empirische basis ontbeert. Waar
hij mij slechte wiskunde verwijt constateer ik bovendien dat hij blind
is voor betere wiskunde.
-
De wiskunde in COTP is niet
"sloppy" maar tegen de achtergrond van aanvaarde kennis. Het is, nogmaals,
gewone schoolwiskunde. Tegen die achtergrond zijn de voorgestelde vernieuwingen
snel te begrijpen.
-
COTP is een juweel maar wanneer
e.e.a. is uitgezocht zal er beslist iets beter verschijnen zodat COTP "sloppy"
lijkt.
|
V |
19 |
 |
-
Een empirisch opgeleid persoon
zou niet zo slordig met het bewijsmateriaal omgaan. (a) Op de webpagina
van ALOE staat al sinds 2007 de tekst die Gill in 2007 op zijn eigen website
plaatste: "The book is giving me a lot to ponder about, and has already
made me change my mind concerning several issues on which I have long held
strong opinions. (To give just one example: two months ago, I would have
unhesitatingly said that three-valued logic was not a fruitful idea)."
(b)
Limpens (2010): "Maar zonder gekheid [waar was die gekheid voor nodig ?
/ TC], hoewel ik absoluut niet geloof in zijn verhaal en ik zijn visie
absoluut niet onderschrijf, vind ik dit boek toch zeker de moeite waard."
(c)
Nadat Spandaw zijn tekst zal hebben ingeleverd las ik nog op de website
van BON over radialen en 360 graden: "Thomas suggereert het platte vlak
als eenheid. Dat is een origineel idee waar ik echter niet voor kies."
-
Bedacht moge worden dat ALOE
in 2007 overnieuw uitgetypt en geprogrammeerd is, met toen ook de innovatie
t.a.v. de paradoxen van het delen door nul en de afgeleide, met latere
innovaties in EWS 2009 en COTP 2011. Spandaw wil nu al acceptatie bij derden
zien. Hij veronderstelt wel een hele hoge acceptatiesnelheid voor een gemeenschap
van traditioneel denkende personen zoals hij. Met die blindheid zoals bij
hem is het wel erg gemakkelijk om gebrek aan respons te gebruiken als argument
dat het niets voorstelt. Zijn taak was juist een goede weergave van COTP
te geven opdat de innovaties een kans kregen.
|
2 V & L |
20 |
 |
-
Spandaw heeft gelijk dat de
tabellen voor conversie wiskundig triviaal zijn, maar, ik acht ze didactisch
noodzakelijk want niemand is nog aan 2 pi radialen (voor straal 1) en 1
UMA (voor straal 1 / (2 pi)) gewend.
-
Spandaw ziet een afschrikwekkende
syntax maar verwart dan de wiskunde in formules met de programmeertaal
voor subroutines.
|
2 V |
21 |
 |
-
Ja, er is een verwijzing naar
opgaven in andere bronnen.
-
Ja, met de gegeven software
zijn varianten te maken.
-
Nee, het is niet zo dat de opgaven
elders met de software opgelost moet worden.
-
Dit lijkt onschuldig maar het
is tendentieus inspelen op de weerzin onder leraren wiskunde voor het gebruik
van software voor wiskunde. Gezonde scepsis, ja natuurlijk, die heb ik
ook, maar menige wiskundige zet zich veel sterker tegen software af dan
wenselijk, zie de afwezigheid van computeralgebra in het onderwijs.
|
V & L |
22 |
 |
-
Spandaw noemt niet dat COTP
kiest voor {x, y} en dat COTP i noemt (want dat is onvermijdelijk) maar
verwerpt als problematisch.
-
Met de associativiteit en distributiviteit
springt hij naar het hoogste Van Hiele niveau, waarvan alle leraren behalve
hij blijkbaar weten dat dit niet werkt.
-
Bovendien hoeft COTP dit hier
niet te behandelen wat het is standaard. De bijdrage van COTP ligt elders:
tonen hoe het eruit ziet wanneer je meteen na Xur en Yur de vectoren invoert.
|
V |
23 |
 |
-
De notatie is handig. Een kwestie
van wennen ?
-
Namen van routines en het programmeren
zijn niet verwarren met de notaties van nieuwe symbolen voor het werken
op papier.
|
V |
24 |
 |
-
Het gaat niet om de steekproef
van 1 met een persoon die zich mogelijk gemakkelijk laat indoctrineren
maar het gaat om de vele leerlingen die moeite met de stof hebben omdat
traditionele wiskunde die stof onnodig moeilijk maakt.
|
V |
25 |
 |
-
Gezien de beschikbare tijd kiest
COTP voor de snelle overstap van het complexe vlak naar lineaire algebra
als basis voor meerdimensionaliteit. Het punt is ook hoe die overstap wordt
vormgegeven, en niet zozeer wat je allemaal nog meer met matrices kunt.
-
Weer wil Spandaw COTP dringen
in het hokje van herhaling van oude stof, maar COTP presenteert juist de
vernieuwing.
|
V |
26 |
  |
-
Wederom valide dat je dat zo
kort inleidt.
-
Maar wederom die negatieve toonzetting
waardoor de lezers worden klaargestoomd om alles in dat licht te gaan zien.
Enfin.
-
In die andere bespreking van
COTP geeft Richard
Gill (2012) kort weer hoe ik de afgeleide aanpak en hij plaatst dit
in een historisch kader. Spandaw reproduceert het niet. Dat laatste is
een verkeerde voorstelling van zaken.
-
Hij construeert hieronder een
eigen interpretatie, fout, en lezers krijgen dus een verwrongen beeld.
|
V |
27 |
 |
-
Helaas worden hier tijd, ruimte
en aandacht verspild aan wat leraren wiskunde geacht worden te weten.
-
Het dient geen enkel doel, behalve
(a) lezers te verduidelijken dat Spandaw de rituelen kent en dus als wiskundige
vertrouwd kan worden, (b) de suggestie te lanceren Colignatus het niet
snapt.
-
Spandaw verzwijgt dat de Cauchy
limiet en Weierstrasz limiet op COTP pag 222 staan. Hieronder verwijst
hij naar pag 223 dus hij moet het gezien hebben.
-
Spandaw negeert de kritiek van
COTP. Weierstraß bijvoorbeeld maakt gebruik van epsilon en delta
die al continuiteit vooronderstellen zodat Baron von Münchausen zich
aan zijn eigen haren uit het moeras trekt. De algebraische aanpak van COTP
steunt op de formele continuïteit die al uitgedrukt is in de te differentiëren
formule. Voor school is het in ieder geval voldoende. COTP doet geen claim
t.a.v. wat je studenten wiskunde op de universiteit wilt vertellen (behalve
dat ook zij een basis in empirie kunnen gebruiken en dat zij als docenten
de algebraische aanpak voor scholen zouden moeten kennen).
-
Spandaw suggereert hieronder
dat ik mij niet bewust zou zijn omtrent vragen van continuïteit maar
houdt er geen rekening mee dat het onderwerp hier niet hoeft. Hij wenst
als traditionalist overal numerieke continuïteit te zien, maar houdt
dan geen rekening met Von Münchausen.
|
V |
28 |
 |
-
Het is wel een probleem (zie
onder). Maar je kunt je natuurlijk laten indoctrineren dat dit niet zo
zou zijn.
|
Blanco |
29 |
 |
-
Maar hij erkent: "Dit differentiequotiënt
laten we ongedefinieerd in h = 0." Precies ! Het wil er bij mij niet in
dat het Engels van COTP onbegrijpelijk is. Wellicht dat Spandaw "limiet"
als constructie-methode en "limietwaarde" als uitkomst aan elkaar gelijk
stelt ? Niet doen.
-
Datgene wat eigenlijk ongedefinieerd
is voorziet Weierstraß met zijn limiet-constructie op kunstmatige
wijze van een gedefinieerde waarde. Het is kunstmatig want wanneer je algebraisch
kijkt en simplificatie toestaat dan volgt die waarde gewoon uit de formule.
Natuurlijk onderbouwt COTP dit met een gelijktijdige manipulatie van het
domein.
-
En: bij Weierstraß maak
je er stiekem ook van gebruik ook al is het nu in COTP expliciet geformaliseerd.
|
2V & 2L |
30 |
 |
-
Zie onmiddellijk hierboven.
|
Blanco |
31 |
 |
-
Infinitesimalen zijn niet nul
en dit is niet alleen een probleem wanneer de hoofdterm nul is.
-
Maar in algebra kan h =
0 gekozen worden. Waarom wordt de nieuwe aanpak niet uitgelegd, en wordt
een oude koe t.a.v. infinitesimalen uit de sloot gehaald in plaats van
de nieuwe benadering van COTP uit het boek overschrijven ? Onderaan de
kolom blijkt dat Spandaw alleen maar wil laten zien dat Weierstraß's
aanpak dit probleem zo mooi oplost. Ja, "oplost", wanneer je de kritiek
op Weierstraß en het alternatief daarvoor niet wilt zien.
|
V |
32 |
 |
-
Dus, ja, "oplost", wanneer je
de kritiek op Weierstraß en het alternatief daarvoor niet wilt zien.
-
Onjuist is dat Spandaw niet
uitlegt dat COTP p221-229 deze aanpak van Weierstrasz bespreekt en dan
met kritiek het alternatief presenteert.
|
V |
33 |