Onlangs verscheen een boekje met de titel ‘Armoede en werkloosheid, de oplossing die werkt’. (2) De auteurs stellen een structurele oplossing van de werkloosheid voor, gebaseerd op een historische analyse, waarbij zij zich concentreren op de enorm gestegen loonkosten. MUG’s radioprogramma Loon op Zand had een gesprek met één van de auteurs en vroeg econoom Robert Went om kritisch commentaar. ‘Armoede en werkloosheid, de oplossing die werkt’ is geschreven door freelance journalist Hans Hulst en zijn broer Auke. Zij werkten samen met econometrist Thomas Cool, die in de jaren tachtig (3) verbonden was aan het Centraal Planbureau en aan wiens ideeën MUG al in 1995 aandacht besteedde. Het boekje is volledig gebaseerd op een analyse van Cool over de ontwikkeling van de loonkosten in Nederland. (4) De auteurs wilden Cools analyse en oplossing die hij denkt te hebben voor de werkloosheid duidelijk maken aan een groot publiek. De historische analyse in het boekje begint in 1956. Toen werd door werkgevers en werknemers de eerste collectieve loonstijging afgesproken. Dat zette tot op de dag van vandaag een proces in werking dat het verschil tussen het bruto en het netto minimumloon steeds meer heeft vergroot. Het verschil wordt ook wel de ‘wig’ genoemd. Werkgevers klagen inderdaad al decennia over te hoge loonkosten. Het huidige netto minimumloon van een werknemer (f 22.000) is in ieder geval minder gestegen dan zijn bruto loon (f 36.000). De wig (f 14.000) zou hem zo duur maken dat werkgevers zich wel twee keer achter de oren krabben voor ze iemand in dienst nemen, aldus de auteurs. Zodoende is de structurele werkloosheid gecreëerd. Dit probleem kost veel geld, waardoor de bruto loonkosten weer omhoog moesten. Zo is er een belastingspiraal ontstaan die tot op heden nooit is doorbroken. De gebroeders Hulst hebben, in samenwerking met Cool, een plan beschreven om die spiraal te doorbreken. Dit plan komt er op neer dat de belastingvrije voet, die nu is vastgesteld op f 9000,- verhoogd wordt tot het sociaal minimum, dus tot f 22.000,-. Werknemers noch werkgevers hoeven dan belasting te betalen over het minimumloon. De auteurs illustreren dit idee met een uitspraak van de negentiende-eeuwse econoom Cohen Stuart die zei dat een brug eerst zichzelf moet kunnen dragen, voordat je hem kunt belasten. Volgens de auteurs kan de werkgelegenheid zo enorm groeien; honderdduizenden banen zou het moeten opleveren. Freelancers en startende ondernemers zouden meer ruimte krijgen. Bovendien kan, door het opschroeven van de belastingvrije voet, bespaard worden op sociale uitkeringen. ‘Met dit plan willen we het aantrekkelijker maken om laagproductieve mensen in dienst te nemen’, zegt Hans Hulst. Hij erkent echter wel het gevaar dat werknemers op deze manier in de laagste loonschaal blijven steken. (5) Econoom en medewerker aan de economische faculteit van Amsterdam Robert Went is van mening dat de auteurs het verband tussen loonkosten en werkloosheid niet hebben kunnen aantonen. ‘Als twee dingen tegelijkertijd plaatsvinden moet je natuurlijk wel aantonen dat er een relatie bestaat tussen die dingen. Hoe verklaar je bijvoorbeeld dat in Nederland maar heel weinig mensen voor het minimumloon werken? Je zou volgens de analyse in dit boekje een grote groep verwachten, maar de lage loonschalen zijn vrijwel leeg.’ (6) Wat vindt Robert Went van de analyse? ‘De analyse is toegeschreven naar de conclusie. Het boekje heeft duidelijk het doel een bepaald antwoord op de werkloosheid te promoten. Er worden wat aspecten naar voren gehaald uit de periode van na de Tweede Wereldoorlog tot heden, maar het levert uiteindelijk een erg beperkt beeld op.’ (7) ‘Eigenlijk moet je kijken hoe het kapitalisme functioneert in de praktijk. (8) In het boek lijkt het of de werkgever alleen kijkt hoeveel het kost om iemand in dienst te nemen. Maar dat is niet zo. Hij kijkt bijvoorbeeld ook naar hoeveel mensen hij in dienst moet hebben om zijn productiviteit te vergroten, en daarmee zijn afzet te kunnen vergroten.’ Ook zijn werkgevers bijvoorbeeld niet bereid winsten te investeren in arbeid. ‘Het probleem is zeker niet dat de winsten niet groot genoeg zijn; die zijn de afgelopen 15 jaar ieder jaar met 6 à 7 miljard gestegen. Maar toch is de werkloosheid niet afgenomen.’ Het is volgens Went dus te simpel om te stellen dat alleen de loonkosten verantwoordelijk zijn voor de structurele werkloosheid. (9) Went vindt het, ondanks alle kritiek die hij heeft op het boekje, wel lovenswaardig dat de auteurs op een toegankelijke manier hebben geschreven over mogelijkheden om volledige werkgelegenheid te creëren. ‘Je moet je afvragen waarom niemand het meer over volledige werkgelegenheid heeft, want die was er gewoon in alle westerse landen. Lees de programma’s voor de komende verkiezingen er maar op na: er is geen politieke partij die denkt dat die situatie weer zou kunnen ontstaan.’ En dat vindt u, zo te horen, een nogal moedeloze houding? ‘Ja, dat vind ik heel erg slecht. Waarom zou het nu niet meer kunnen? En dat terwijl je ziet dat er veel werk is dat niet gedaan wordt, maar waar wel behoefte aan is. Je leest toch over wachtlijsten bij ziekenhuizen, verkleining van de klassen in het onderwijs en over zieke mensen die niet gewassen worden.’ ‘In de periode tot midden jaren ‘70 leefde het idee dat iedereen het elk jaar een beetje beter zou krijgen. Dat gevoel van vooruitgang is helemaal verdwenen. Jongeren hebben zoiets van: "Ik moet nog maar afwachten of ik een baan vind, ik weet niet hoe mijn toekomst eruit zal gaan zien". Je leest bijna iedere dag in de krant dat het een probleem is dat er zoveel ouderen zijn, waardoor de pensioenen niet langer zijn gegarandeerd.’ Ondanks de fundamentele onenigheid over dit plan, zijn de heren het over één punt wel eens: de werkloosheid is een gevolg van falend overheidsbeleid, en niet van een economische natuurramp. (10) |