Aan wiskundigen en leraren wiskunde
(internationaal maar nu in het 
Nederlands)
 
11 juli 2014
Betreft: Verzoek om goed te lezen en zich betamelijk te gedragen
 
Geachte wiskundigen en collegae leraren wiskunde,
Het verzoek is mijn werk met zorg te behandelen, en blijkbaar meer zorg dan 
gebruikelijk is. Lees goed en gedraag u betamelijk. Gebruik het meest recente 
werk en stel vragen voordat je tot oordelen komt. 
Degenen die mijn werk niet kennen maak ik attent op "Elegance with Substance" en 
de links vandaaruit: 
http://thomascool.eu/Papers/Math/Index.html
Als het goed is staan we allemaal voor goed onderwijs, gelukkige en lekker 
lerende leerlingen, en corrigeren we de onzin die leidt tot huilende leerlingen, 
die mede door het onderwijs niet kunnen rekenen en zakken door onzinnige vragen. 
Wanneer we daarvan uitgaan, en eerst vragen stellen voordat we oordelen, kunnen 
we er komen.
Iedereen moet kwaliteit leveren, en alleen met nette kritiek en 
antwoord ontstaat betere kwaliteit. Maar er is nog een lange weg te gaan.
Een ijkpunt is de discussie over het reken-onderwijs. In 2009 meende een 
commissie van de KNAW aan te kunnen geven hoe e.e.a. kon worden verbeterd. In 
2013 moest 
Jan van de Craats de voorgestelde rekentoetsen van commentaar voorzien, zie
hier. Maar KNAW, Jan van de Craats en Beter Onderwijs Nederland zijn allen 
deel van het probleem. N.a.v. de thema-bijeenkomst op de KNAW van 30 juni 2014 
over het rekenen concludeer ik dat wiskundeland zich collectief misdraagt, zie 
mijn verslag van die 
bijeenkomst en brief aan 
KNAW-LOWI van 8 juli 2014.
Mijn diagnose is dat wiskundeland integraal faalt t.a.v. fundamentele eisen 
van kwaliteit. Er is een onderscheid tussen "wiskundigen" en "leraren wiskunde". 
Wiskunde is abstractie. Wiskundigen worden opgeleid tot abstractie. 
Leraren wiskunde hebben wiskundige kennis maar worden opgeleid voor empirie: het 
geven van onderwijs. Helaas gaat het fout wanneer wiskundigen die zijn opgeleid 
voor abstractie plots voor de klas komen met werkelijk bestaande leerlingen: dan 
blijkt, dat de opleiding tot leraar wiskunde zelden ongedaan kan maken wat 
daarvoor al is fout gegaan in de opleiding tot abstractie.
Klaarblijkelijk kunnen wiskundigen die diagnose van wereldvreemd lesgeven 
maar moeilijk begrijpen of accepteren, en ontstaat er snel misrepresentatie en 
ook laster. Bij "bespreking" van mijn boek "Elegance with Substance" begon Ger 
Limpens te spreken over "zonderling" en "Don Quichote". Bij "bespreking" van 
mijn boek "Conquest of the Plane" begon Jeroen Spandaw zaken verkeerd voor te 
stellen en helemaal te lasteren. Gelukkig waren er
Richard 
Gill en
Christiaan Boudri die vonden dat je toch met open geest moest lezen.
Recentelijk heeft Erik Korthof tijd aan mijn werk besteed. Mijn indruk is dat 
Korthof een vijandsbeeld heeft opgebouwd. Mijn reactie op deze concrete kwestie 
plaats ik in de Bijlage.
Wanneer men op mijn website, en in mijn artikelen en boeken over wiskunde en 
onderwijs in wiskunde, teksten over personen en hun wangedrag ziet, dan is dat 
alleen in het geval wanneer zij zich inderdaad wangedragen, en schrijf ik 
daarover met het verzoek aan hen om het fatsoen te herstellen. Inmiddels heb ik 
zo vaak dit protest moeten laten horen dat menigeen dit misschien niet kunnen 
geloven, maar dan stel ik voor dit na te gaan, en mij ook van deze laster, alsof 
dat niet het geval is, te zuiveren.
Volledigheidshalve verwijs ik naar discussies over gedragscodes of 
beroepscodes, niet alleen voor bankiers en accountants, maar ook voor
journalisten,
economen en
wiskundigen. Wellicht is de juridificering in Amerika te ver doorgeschoten, 
maar het is ook een eigenschap van economische vooruitgang dat zaken complexer 
en specialistischer worden. In het algemeen wijs ik ook op het voorstel van 
Lucas Kroondijk tot een 
parlementair onderzoek naar de rol van laster in de Nederlandse samenleving, 
na aanleiding van de affaires rond Willem Frederik Hermans en Pim Fortuyn. 
Het lijkt me nuttig om ten principale het verzoek te doen om meer 
zorgvuldigheid te betrachten dan menigeen misschien denkt dat nodig is.
Met vriendelijke groet,
Thomas Cool / Thomas Colignatus
Econometrist (Groningen 1982) en leraar 
wiskunde (Leiden 2008)
Scheveningen
http://thomascool.eu
Bijlage: Misrepresentatie en laster door 
gepensioneerd leraar wiskunde E.S. Korthof
Ik heb deze (nu ietwat geredigeerde) tekst en verzoek tot correctie aan 
Erik Korthof voorgelegd. Hij is niet op het verzoek ingegaan en derhalve neem ik 
deze bijlage op, in protest tegen diens misrepresentatie en laster.
De Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren (NVvW) heeft een website met 
forumpagina. Onder de kopjes "Pi, Tau, Archi" en de "KNAW thema-bijeenkomst" 
over het rekenen zijn er teksten van Erik Korfhof. Mijn indruk is dat hij een 
vijandsbeeld heeft opgebouwd. Dat zie ik bevestigd via zijn verwijzing naar zijn 
website. Korthof zegt dat hij vrij is op zijn website. Dat is in theorie zo. Of 
je die vrijheid moet benutten is een tweede. De website van de NVvW is 
gemonitored. Dat omzeilt hij door vanuit dit forum een link te leggen naar zijn 
website waar hij begint te lasteren. Doe zoiets s.v.p. niet.
Een blik op wat Korthof allemaal schrijft ontneemt me de lust om te kijken 
naar wat hij inhoudelijk nog te melden heeft over mijn werk. 
Ik verklaar ten principale dat Erik Korthof's 
teksten over mijn werk van geen waarde voor de discussie zijn omdat zij 
voortkomen uit aantoonbare kwade trouw. 
Je kunt met zo'n lasterlijke instelling discussieren tot je een ons weegt. Ik 
wil Korthof dit advies geven: Wanneer je werkelijk een bijdrage aan de didactiek 
van wiskunde wilt geven, overweeg dan het volgende:
(i) Verwijder al die 
insinuaties van je weblog en concentreer je op de zakelijke punten
(ii) 
Gebruik de meest recente teksten
(iii) Zolang je daar niet aan toekomt: 
verwijder alles
(iv) Ga uit van het positieve advies van 
Richard 
Gill en
Christiaan Boudri om met een open geest te lezen
(v) Richt je met 
name op mijn
kritiek op Jeroen Spandaw, die ik puntsgewijs heb gegeven
(vi) Wanneer je 
een concept-tekst hebt waarin je misrepresentatie en laster niet kunt bedwingen, 
heb dan het fatsoen om me de concept-tekst te laten lezen.
Voor degenen 
die laster nader willen analyseren geef ik nog deze voorbeelden t.a.v. deze
serie 
teksten van Korthof uit 2013. Het begint natuurlijk al met "ene Thomas Cool" 
maar iets ingewikkelder zijn:
(a) Terwijl wiskunde en didactiek van 
wiskunde internationaal spelen, zodat het logisch is om Engels te gebruiken, 
maakt Korthof er een nummertje van, dat ik neerbuigend en lasterlijk vind: "Een 
aantal van de publicaties die zijn verzoek tot een parlementaire enquête 
moeten ondersteunen zijn in het Engels gesteld, kennelijk erop gericht niet 
alleen de vaderlandse wiskunde en derzelver onderwijs drastisch te hervormen, 
maar dat streven wereldwijd plaats te doen vinden." (27 mei 2013) 
Vanzelfsprekend wil ik een probleem dat wereldwijd speelt ook wereldwijd 
aanpakken. Maar de lezer kan proeven dat Korthof dit aanmatigend vindt. Hij is 
vrij om dat te vinden. Toch zeg ik: Laat af, Satan. Het is een puur 
waarde-oordeel of iets wel of niets aanmatigend is, en het is een aantoonbaar 
empirische waarneming dat wiskunde internationaal bestaat. Vroeger hadden we 
Latijn, nu Engels. Het is oncollegiaal om een andere leraar wiskunde wegens 
zulke absoluut niet ter zake zijnde punten onderuit te schoffelen. 
(b) 
Ook op 27 mei 2013: "Ik heb geprobeerd om daar het één en ander 
van te lezen. Maar dat viel niet mee. Thomas is, volgens eigen zeggen, geen 
wiskundige en de wiskundigen die hij op de korrel neemt zijn volgens hem zodanig 
door hun opleiding geconditioneerd dat het moeilijk communiceren blijkt. Zij 
komen niet los van hun traditionele denken. Toch wil Thomas Cool hen op 
wiskundige wijze laten zien wat er niet klopt. Het probleem daarbij lijkt te 
zijn dat hij hun taal niet spreekt en zij niet die van hem. Uit alle discussies 
en controverses die hieruit voortvloeien blijkt het elkaar niet verstaan dan ook 
duidelijk, wat geldt voor beide partijen!"
Op mijn verzoek heeft Korthof 
gecorrigeerd dat ik bevoegd eerstegraads docent wiskunde ben. Als student 
econometrie volgde ik colleges samen met studenten wis- en natuurkunde. 
Korthof's stelling dat ik niet zou begrijpen waar wiskundigen het over hebben 
(met name nu t.a.v. het onderwijs voor de middelbare school !) is onwaar. Het is 
laster.
Ik heb elders in de
Brief aan KNAW-LOWI 8 
juli 2014 beschreven dat er t.a.v. wiskunde en het onderwijs in wiskunde een 
taalkundig moeizame relatie bestaat. Onderwijs in vak X vereist kennis van vak 
X, maar bij X = wiskunde ontstaat spanning door het verschil tussen abstractie 
en empirie. Korthof is zich daar niet van bewust, of hij maakt er bewust gebruik 
van om een collega onderuit te schoffelen.
ZIjn beschrijving ook: "... 
wiskundigen die hij op de korrel neemt ..." Deze woordkeus suggereert dat ik een 
geweer pak, aanleg, en met plezier wiskundigen aanschiet alsof het duiven en 
konijnen zijn. Alsof ik niet inhoudelijk kijk naar het onderwijs in wiskunde 
maar dat ik alleen maar uit ben op de jacht, het bloed, het stuiptrekken, het 
smakelijk happen in warm bloedend vlees. Ik vind dit laag en schofterig. Ik 
constateer een elementair feit dat wiskundigen worden opgeleid tot abstractie. 
Dat is het doel van hun opleiding ! Maar onderwijs is empirie. Wat is er mis met 
het constateren van feiten ? Waarom moet dat plots "op de korrel nemen" heten ?
Het is ook een verkeerde voorstelling van zaken dat ik de taal van de 
wiskunde niet zou spreken. Als econometrist ben ik wel toegepast wiskundige en 
als leraar wiskunde beperk ik me gaarne tot de schoolwiskunde. Voor mijn 
voorstellen tot innovatie is het nieuw, en daar moeten anderen dan aan wennen. 
Maar ik zou de voorstellen niet doen als het niet te volgen zou zijn. 
(c) Erik Korthof's bronverwijzing is naar "Conquest of the Plane" 2011 in het 
Engels en een vroeg opstel in het Nederlands uit 2008. Zijn bespreking op zijn 
website is vooral in het Nederlands. Mijn indruk is dat hij vooral naar dat 
vroege opstel heeft gekeken. Mijn gedachten zijn wel ge-evolueerd. Bijv. is dat 
opstel geredigeerd opgenomen in het Nederlandstalige "Een 
kind wil aardige en geen gemene getallen" (2012). Ik erken dat het voor een 
lezer wat verwarrend kan zijn dat er ook oudere teksten op mijn website blijven 
staan, maar ik hoop toch dat lezers de sjoege hebben om vooral naar de laatste 
versies te kijken en de eerste te beschouwen al verslaggeving van het proces. Ik 
vind het niet alleen fijn om te zeggen dat ik zaken al vroeg zag maar ook dat ik 
fouten heb gecorrigeerd, ook fouten die ik zelf heb ontdekt, want de lasteraars 
willen nogal eens zeggen dat ik niet open sta voor kritiek. 
(d) Ik zag 
dat mijn tekstje in Euclides over Pi, Tau en Archi en mijn discussie-item over 
de KNAW thema-bijeenkomst door Korthof werd becommentarieerd. Dit suggeert dat 
hij het als zijn bijzondere taak ziet om het vijandsbeeld ook op andere punten 
te uiten. Hier blijkt hij een generator van allerlei drogredenen en 
verdraaiingen. Tot mijn genoegen kan ik toegeven dat ik "diagonaal" schreef waar 
ik "diameter" had moeten schrijven, dus dat punt heeft hij binnen, maar voor de 
rest kan niemand er wat mee. (Ik kan nu een uitleg geven waarom ik van een 
diagonaal sprak, maar dat voert te ver.)