Beslissing van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van T. Cool tegen de hoofdredacteuren van NRC Handelsblad, de Volkskrant, Het Parool en De Groene Amsterdammer Bij brief van 1 februari 2005 met vijf bijlagen heeft T. Cool te Scheveningen
(hierna: klager) een klacht ingediend tegen de hoofdredacteuren van NRC
Handelsblad, de Volkskrant, Het Parool en De Groene Amsterdammer (hierna
tezamen: verweerders). Naar aanleiding daarvan heeft de secretaris van
de Raad klager bij brief van 4 februari 2005 geïnformeerd omtrent
de werkwijze van de Raad. Hierop heeft klager gereageerd in een schrijven
van 7 februari 2005, waarin hij onder meer heeft kenbaar gemaakt open te
staan voor bemiddeling. Desgevraagd hebben verweerders de secretaris van
de Raad laten weten dat zij bemiddeling in deze kwestie niet zinvol achtten.
De zaak is behandeld ter zitting van de Raad van 18 maart 2005 in aanwezigheid van klager. Verweerders zijn daar niet verschenen. DE FEITEN In 2003 is een boek van de hand van klager en H. Hulst verschenen onder
de titel “De ontketende kiezer – vrijheid en democratie in een sociale
economie”. Volgens het boek wordt daarin ingegaan op de grote onvrede
onder de kiezers en biedt het een perspectief en strategie voor de aanpak
van veel maatschappelijke problemen van onze tijd. Het boek zegt de kiezer
in het hart van de democratie te plaatsen en een betere rolverdeling voor
te stellen tussen kiezers en gekozenen. Over klager wordt onder meer het
volgende vermeld:
Op 26 november 2004 heeft klager een samenvatting van het boek op zijn website geplaatst onder de kop “Protest tegen de censuur van de wetenschap door de directie van het Centraal Planbureau”. In een brief van 17 januari 2005 heeft klager verweerders onder meer
het volgende bericht:
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN Klager betoogt dat verweerders ten onrechte geen objectief verslag doen
van zijn protest tegen de censuur van de wetenschap door de directie van
het Centraal Planbureau. Volgens klager is de kern van de samenvatting
van zijn boek, die hij op 26 november 2004 op zijn website heeft geplaatst,
dat hij op het terrein van de economische wetenschap iets nieuws heeft
bedacht en dat dit nieuwe inzicht pas kan worden gepubliceerd, als de censuur
is opgeheven. Klager protesteert tegen de censuur van de wetenschap door
de directie van het CPB in de hoop dat deze wordt opgeheven. Als journalisten
niet over dat protest rapporteren, dan berichten zij onjuist, althans onvolledig,
aldus klager. Ter staving wijst klager op diverse publicaties van verweerders
over verschillende maatschappelijke onderwerpen, zonder dat melding is
gedaan van zijn standpunt in die kwesties.
Jensma, hoofdredacteur van NRC Handelsblad, stelt voorop dat hij geen
relatie heeft met klager en dat hem van een geschil met deze niets bekend
was. Hij heeft de brief van klager van 17 februari 2005 ontvangen, waarin
deze hem een termijn stelt van twee weken om verslag te doen van diens
opvattingen. Om voor de hand liggende redenen is hij daarop niet ingegaan.
De krant heeft geen contact gehad met klager, er zijn geen toezeggingen
gedaan en geen verwachtingen gewekt op grond waarvan klager het vertrouwen
zou kunnen hebben dat NRC Handelsblad aan zijn publicatie aandacht zou
besteden, aldus Jensma. Hij stelt dat de krant vrij is en wil blijven bij
de selectie van de onderwerpen die de redactie wil behandelen. Volgens
Jensma zou het zijn werk onmogelijk maken als iedere schrijver van een
publicatie via de Raad aandacht in de krant zou kunnen afdwingen.
BEOORDELING VAN DE KLACHT De klacht komt erop neer dat verweerders zonder goede grond weigeren
te publiceren over hetgeen klager zijn ‘protest tegen de censuur van de
wetenschap door de directie van het Centraal Planbureau’ noemt. Volgens
klager leidt de weigering van verweerders ertoe dat zij onjuist, althans
onvolledig rapporteren. De Raad volgt klager hierin niet.
BESLISSING De klacht is ongegrond. De Raad verzoekt verweerders deze beslissing integraal of in samenvatting in NRC Handelsblad, de Volkskrant, Het Parool en De Groene Amsterdammer te publiceren. Aldus vastgesteld door de Raad op 22 april 2005 door mr. R.W.L. Loeb,
voorzitter, drs. G.H.J.M. Bueters, drs. C.M. Buijs, prof. dr. mr. B. de
Gaay Fortman, en mr. drs. M.M.P.M. Kreyns, leden, in tegenwoordigheid van
mw. mr. D.C. Koene, secretaris.
|
Commentaar van Thomas Cool / Thomas Colignatus
Alleen een paar passages behoeven commentaar |
|
Op 26 november 2004 heeft klager een samenvatting van het boek op zijn website geplaatst onder de kop “Protest tegen de censuur van de wetenschap door de directie van het Centraal Planbureau”. | Mijn contacten met de pers hierover bestaan sinds 1991.
De website bestaat sinds +/- 1994. Het boek is daar aangekondigd in februari 2003. Een niet-afdrukbare pdf staat bij de uitgever. |
Volgens klager is de kern (...) dat hij op het terrein van de economische wetenschap iets nieuws heeft bedacht en dat dit nieuwe inzicht pas kan worden gepubliceerd, als de censuur is opgeheven. Klager protesteert tegen de censuur van de wetenschap door de directie van het CPB in de hoop dat deze wordt opgeheven. Als journalisten niet over dat protest rapporteren, dan berichten zij onjuist, althans onvolledig, aldus klager. Ter staving wijst klager op diverse publicaties van verweerders over verschillende maatschappelijke onderwerpen, zonder dat melding is gedaan van zijn standpunt in die kwesties. | Dit is perfect weergegeven. |
Jensma, hoofdredacteur van NRC Handelsblad, stelt voorop dat hij geen relatie heeft met klager en dat hem van een geschil met deze niets bekend was. | (a) Hoe terzake is dat Jensma e.e.a. persoonlijk weet ?
(b) Over de jaren zijn er verschillende contacten geweest met verschillende mensen. Bijv. heb ik mijn boek "Trias Politica & Centraal Planbureau" (1994) gezonden aan M. de Waard van NRC Handelsblad die het terugzond "is verder niet geschikt voor publicatie". (c) Sinds mijn brief van 17 februari 2005 wist Jensma wel persoonlijk van de kwestie en had hij op grond daarvan kunnen handelen, in plaats van deze brief te zien als een bewijs dat hij niets hoefde te doen. |
Hij stelt dat de krant vrij is en wil blijven bij de selectie van de onderwerpen die de redactie wil behandelen. Volgens Jensma zou het zijn werk onmogelijk maken als iedere schrijver van een publicatie via de Raad aandacht in de krant zou kunnen afdwingen. | (a) Volkomen mee eens.
(b) Het beroep op deze vrijheid is een rookgordijn. Jensma gaat immers niet in op mijn argumentatie. Mijn argumentatie is dat zijn krant 'onjuist, althans onvolledig' rapporteert, dat dit in strijd is met de volledigheid in zijn 'mission statement', met name omdat dit maatschappelijk onaanvaardbaar is gezien de gevolgen voor massale werkloosheid en armoede alsook afnemende democratie. |
De klacht komt erop neer dat verweerders zonder goede grond weigeren te publiceren over hetgeen klager zijn ‘protest tegen de censuur van de wetenschap door de directie van het Centraal Planbureau’ noemt. | Ik weet niet of ik het zo zou formuleren. Ik zie vooral gebrek aan belangstelling. Smetvrees misschien. Maar ook gebrek aan kennis. Waar is de journalist die het boek eens leest en die vragen stelt wanneer hij of zij e.e.a. nog niet begrijpt ? |
Volgens klager leidt de weigering van verweerders ertoe dat zij onjuist, althans onvolledig rapporteren. De Raad volgt klager hierin niet. | (a) "Niet volgen" kan ook betekenen "niet begrijpen". Maar de Raad
vraag me geen nadere uitleg.
(b) De Raad had beter kunnen constateren dat de redacties niet ingaan op mijn argumentatie, en vervolgens het oordeel aanhouden en de redacties verzoeken om daarna alsnog op de argumentatie in te gaan. |
Verweerders zijn vrij in hun selectie van nieuws. | (a) Helemaal mee eens.
(b) Wanneer je een onderwerp kiest, is het 'mission statement' wel dat men volledig wil berichten. |
Er bestaat voorts geen journalistieke norm die meebrengt dat een (hoofd)redactie bij een publicatie over een maatschappelijk onderwerp steeds het standpunt van klager over het betreffende onderwerp in de publicatie zou moeten opnemen. | (a) Dit is een rare stelling. Wie heeft beweerd dat het "steeds" zou
moeten ?
(b) Wellicht wordt de suggestie gewekt dat ik zoiets zou beweren ? Dan is dit een kwalijke suggestie. (c) Het zou aan te bevelen zijn dat de Raad zijn uitspraken eerst in concept aan betrokkenen laat lezen zodat dezen de gelegenheid krijgen om te waarschuwen voor dergelijke kwalijke suggesties. (d) Mijn punt is dat ik al zo'n 15 jaar protesteer tegen de censuur van de wetenschap, dat de maatschappelijke spanningen toenemen, met al twee politieke moorden, en dat het totaalbeeld ertoe leidt dat het maatschappelijk onverantwoord is dat de journalistiek deze censuur negeert. |
De klacht kan dan ook niet leiden tot het oordeel dat verweerders, door het achterwege laten van publicaties als door klager gewenst, grenzen hebben overschreden van hetgeen – gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid – maatschappelijk aanvaardbaar is. | (a) De klacht zelf kan daar niet toe leiden.
(b) Het voortduren van de censuur en de massale werkloosheid en armoede, de maatschappelijke verloedering, de twee politieke moorden, leiden tot het oordeel dat verweerders de grenzen overschrijden van maatschappelijk aanvaardbaar gedrag. |
Ook behoefden verweerders hun keuze om niet tot publicatie over te gaan tegenover klager niet te verantwoorden. (vgl. onder meer: Jongmans tegen NRC Handelsblad, RvdJ 2004/51; Braat tegen de Legerkoerier, RvdJ 2004/01). | (a) Het gaat niet om een verantwoording tegenover mij maar tegenover
de Raad, die tenslotte is ingesteld om zulks te toetsen.
(b) Doordat de redacties bij de Raad niet ingaan op mijn argumentatie t.a.v. de maatschappelijk onverantwoordelijke situatie, kan de Raad daar moeilijker over oordelen. |