Mijn commentaar:
-
Als zo vaak is er verschil tussen de verschillende verklaringen.
-
Den Butter zegt: "gevraagd hun weergave van de woorden van
drs. Cool te geven" hetgeen suggereert dat men moet ingaan op mijn verklaring.
Echter, het lijkt eerder dat men alleen op zijn eigen geheugen vertrouwt.
De nuances uit mijn verklaring vinden geen weerklank in de verklaringen.
-
Van de Stadt noemt agendapunt w.v.t.t.k. niet.
Hij ziet een onderscheid tussen gebeurtenissen van agendapunten
2 en 3, terwijl alles plaatsvond t.a.v. agendapunt 3. Logisch ook, want
niemand behalve Den Butter c.s. wist wie voorgedragen werd, dus het moet
wel 3 zijn geweest.
-
Van de Stadt stelt "publicaties werden verboden" en Theeuwes
zegt "publicaties tegengehouden of op andere wijze niet behoorlijk behandeld",
terwijl Den Butter zegt "verboden te publiceren", met het subtiele onderscheid
tussen het verbieden van publicaties door het bureau en het verbieden
van publicaties buiten het bureau.
In een telefoongesprek heeft Den Butter mij meegedeeld
dat ik gezegd zou hebben dat de directie mij verboden zou hebben ook elders
te publiceren ! (Nee dus, dat heb ik niet gezegd, want dat was ook niet
de situatie.)
Mijn indruk is dat hij dit wel mondeling aan Zalm heeft
gezegd, en niet de correctie heeft doorgebeld.
-
Niemand geeft door wat ik werkelijk heb gezegd. Zie de verrassing,
waardoor men slecht luisterde.
-
Den Butter was net zo verrast als Theeuwes met de gang van
zaken. Ik heb de indruk dat hij als voorzitter met de orde en met zijn
doelstellingen gepreoccupeerd was, en niet goed heeft geluisterd. De getuigenissen
van de anderen spreken hem ook tegen. Toch houdt hij vast aan zijn perceptie.
-
Beseft Den Butter niet, dat wat hij aan de directie van het
CPB doorgeeft [Zalm p/a CPB], ernstige rechtspositionele gevolgen kan hebben
voor betrokkene, en dat hij aldus zeer zorgvuldig moet omgaan met hetgeen
hij doorgeeft ?
-
Den Butter zegt dat de werkgemeenschap betrokken raakt waar
ze naar zijn mening niets mee te maken heeft. Hij besluit dat, en dan is
dat in zijn ogen ook besloten.
Echter, een voorstel aan de werkgemeenschap is juist
aan de gemeenschap voor te leggen. Alleen de werkgemeenschap kan daarover
oordelen, en niet slechts de voorzitter. Waar de vergadering volgens Den
Butter niet representatief was, zou een schrijven aan alle leden voor de
hand hebben gelegen.
-
Waarop baseert Den Butter zijn wetenschappelijk carte blanche
voor de directie van het CPB ? Hoe kan men daarvan uitgaan, terwijl de
wetenschap toch leert dat men de geest critisch moet houden ?
-
Mij is onbekend of Theeuwes of Van de Stadt mijn lezing gezien
hebben, en of er een poging is gedaan tot een eensluidende reconstructie
te komen. Ook weet ik niet, of men zich realiseert wat de gevolgen kunnen
zijn geweest.
-
Terzijde, vanuit democratisch oogpunt:
-
Den Butter spreekt over 'peilen' anderen over 'stemmen'.
(Zalm had niet de meerderheid, is later toch benoemd.)
-
Den Butter spreekt zich uit voor een structuur met minder
invloed van de leden van de werkgemeenschap. Doet, alsof dat in feite al
het geval is.
-
Men zegt dat er geen officiële notulen waren. Een jaar
later waren er wel notulen, die mijn positie verkeerd weergaven.
-
Terzijde: t.a.v. het scheiden van functies: Een algemene
les t.a.v. het vermengen van functies is dat het beter lijkt dat externe
organen afstand houden tot het CPB. De directeur CPB zit bijvoorbeeld ook
in de redactieraad van ESB. E.e.a. is gunstig voor het netwerk, maar maakt
afstandelijk oordelen ook weer moeilijk. Men ziet dit principe hier weer
terug.