AAN: Prof. drs. G. Zalm
Lid Werkgemeenschapscommissie Algemene Economie van de Stichting ECOZOEK
Van Stolkweg 14
2825 JR Den Haag
[Het adres van het Centraal Planbureau /TC]
Hooggeleerde Heer,
Naar aanleiding van uw brief dd. 10 juni 1991 over de gang van zaken omtrent uw benoeming in de werkgemeenschapscommissie Algemene Economie van de NWO Stichting ECOZOEK het volgende. Tijdens agendapunt 3 van de jaarvergadering van de werkgemeenschap - samenstelling van de commissie van de werkgemeenschap - werd door drs. Cool, u welbekend, bezwaar aangetekend tegen uw benoeming, met zodanig bewoorde argumenten dat bij mij de indruk gewekt werd dat u hem verboden heeft wetenschappelijke artikelen van hem te publiceren, hetgeen u zou diskwalificeren als commissielid. Als voorzitter heb ik toen geantwoord dat ik geen kennis had van de door hem vermelde feiten, maar dat ik op voorhand aannam dat een en ander uw functioneren, en derhalve uw benoeming, in de commissie niet in de weg zou staan. Vervolgens heb ik de vergadering gevraagd of er nog meer bezwaren tegen uw benoeming waren. Tegen mijn verwachting bleken twee anderen op basis van de uitspraken van drs. Cool zijn bezwaren te delen. Dit zo zijnde heb ik gepoogd de algemene mening te peilen, met als resultaat de in uw brief gememoreerde uitslag. Direct zij hierbij aangetekend dat de aanwezigen tijdens de vergadering volstrekt niet representatief voor de leden van de werkgemeenschap zijn en dat ik het alleen al daarom achteraf betreur de mening via een stemming te hebben gepeild. Vandaar dat ik in de komende vergadering met de commissieleden over een procedure wil nadenken om in de toekomst in een soortgelijk geval adequaat te kunnen handelen. De jaarlijkse vergadering van de werkgemeenschap is in feite een formaliteit waarvoor slechts 15 minuten in het programma van de ECOZOEK-dag zijn ingeruimd.
Aangezien drs. Cool zijn versie van het gebeurde op schrift heeft gesteld en deze als onderdeel van een lange brief aan ECOZOEk heeft toegezonden, en aangezien de jaarvergadering van de werkgemeenschap niet genotuleerd wordt, heb ik voor de goede orde twee tijdens de vergadering aanwezige leden van de commissie, prof. dr. Theeuwes en dr. Van de Stadt, gevraagd hun weergave van de woorden van drs. Cool te geven. Al deze verslagen zijn bijgevoegd.
Rest mij te zeggen te zeggen [sic] dat ik deze gang van zaken betreur
omdat onze werkgemeenschap in een kwestie betrokken raakt waarmee ze naar
mijn mening niets te maken heeft. Vanuit de werkgemeenschap lijkt mij uw
benoeming dan ook geen onderwerp van discussie. Als vanzelfsprekend ben
ik ervan uitgegaan dat u uw benoeming zou aanvaarden, te meer daar ik de
gang van zaken aan het bestuur van ECOZOEK heb gerapporteerd en daar dit
bestuur vervolgens uw benoeming unaniem ondersteunde. Gezien uw brief wil
ik u derhalve ook formeel verzoeken de benoeming te aanvaarden, waarbij
ik u natuurlijk alle vrijheid wil laten uit deze gebeurtenissen uw eigen
conclusies te trekken.
Met vriendelijke groeten,
Prof. dr. F.A.G. den Butter
cc.
drs. Cool
dr. Wolters [secr. ECOZOEK / TC]
[Ook bijlage: Theeuwes / TC]