Aan de redactie van W&O katern
NRC, Rotterdam
27 mei 1996
Betreft: "Respect voor René"
Geachte redactie,
In uw katern van 9 mei bespreekt K. van Berkel het leven
en werk van René Descartes n.a.v. een biografie van Stephen Gaukroger.
De samenvatting van het betoog luidt:
"Descartes’ persoonlijke leven en werk zijn doordrenkt
van de zelfmisleiding. Maar wat hem als persoon zo onuitstaanbaar maakt,
voert ons tegelijkertijd naar de kern van zijn filosofisch werk."
K. van Berkel stelt in zijn inleiding:
"Er zijn wel honderd redenen om niet over Descartes te
schrijven. Hij was snoeverig, achterdochtig, lichtgeraakt, onredelijk,
onoprecht, egocentrisch, leugenachtig, en hij leed aan paranoia."
Mijn reactie op Van Berkel’s bespreking is een sceptische.
Mijn indruk is dat René naar alle waarschijnlijkheid nog steeds
niet begrepen wordt, en dat hij alle reden had - en blijkbaar nog steeds
zou hebben - om de buitenwacht met argwaan te bejegenen. Overigens heb
ik nog weinig over hem gelezen, ook nog niet genoemde biografie, dus mijn
reactie is onder voorbehoud. Maar één punt kan ik me wel
veroorloven. Het punt is, dat ook Van Berkel erkent:
"(...) hoopte Descartes als eerste in staat te zijn zo’n
alternatief voor het aristotelisme aan te dragen. (...) Niet Bacon, Galilei,
Kepler of Gassendi, maar Descartes bood in de zeventiende eeuw een werkelijk
alternatief, waardoor discussies die tot dan in verschillende hoeken van
de geleerde wereld gevoerd waren, eindelijk met elkaar in verband konden
worden gebracht. Dankzij het cartesianisme kwam er weer enige orde in een
uitermate verward (...) debat en zowel de filosofie als de wetenschap hebben
daar baat bij gehad. De mathematische fysica van Huygens is ondenkbaar
zonder de beslissende stap van Descares (...)"
Waar René Descartes duidelijk een intelligent mens
was, moet hijzelf dit als eerste hebben beseft. Deze zelfbewuste
persoon moet hebben beseft (a) als jong mens, dat hij wat in zijn mars
had, (b) als volwassen auteur, welk een omwenteling hij veroorzaakte. Het
is me nogal wat, een 2000 jaar lang aangehangen wetenschappelijk schema
te vervangen! Ik wil niet suggereren dat Descartes hierdoor hoogmoedig
werd. Wel is evident, dat het hoogst vermoeiend is om om te gaan met mensen
die niet doorhebben wat je kunt of hebt bereikt, en dat het weinigen gegeven
is om hiervoor het benodigde engelengeduld op te brengen. Het is dus heel
goed mogelijk dat René Descartes niet het respect heeft ondervonden
dat hij verdiende, alleen door kortzichtigheid en jaloezie van de anderen.
Het verhaal krijgt dan een andere samenvatting.
Met vriendelijke groet,
Thomas Cool