De directie van het CPB breidelt de wetenschap en heeft mij met machtsmisbruik ontslagen.
Ik leg de kwestie ter toetsing voor aan de wetenschappelijke fora, analyseer aspecten van de materie in mijn wetenschappelijk werk, ik schrijf erover in kranten, teken beroep aan bij de ambtenarenrechter en doe een beroep op het politiek gezag om de kwestie te onderzoeken en de breidel een halt toe te roepen.
Bovendien stel ik helder dat ik de huidige werkloosheid analytisch heb opgelost, en dat de breidel en het negeren daarvan al jarenlang ten nadele gaat van de welvaart en het welzijn van velen.
Het blijkt verrassend moeilijk om aandacht voor de kwestie te krijgen. In deze kwestie zitten blijkbaar veel punten die het mensen aanlokkelijk maakt om het gezicht af te wenden. Maar we gaan geduldig door.
Vandaag de nieuwe punten.
Ik heb hier ook ouder materiaal verzameld, zodat de burger meer overzicht krijgt.
|
Op het internet leg ik het bestaan van een vertrouwenscrisis nader uit. Ik gebruik ook de 'hypertext' mogelijkheden, zodat men bij het aanklikken van een 'bekende, vertrouwenwekkende' naam, kan zien hoe die persoon bij de kwestie betrokken is, dan wel de kwestie genegeerd heeft.
Zie: http://thomascool.eu/Thomas/Nederlands/VC/VertrouwensCrisis.html
Het Sociaal Liberaal Forum is een initiatief tot een politieke partij die uitgaat van sociale en liberale principes, en die ook opkomt voor goed bestuur en een betrouwbare overheid.
Aldus het advies: wanneer ik iets stel, houd dan in de
gaten of ik dit zeg als wetenschapper of als lid van het SLF.
Het boek is mede tot stand gekomen door een bijdrage van het Samuel van Houten Genootschap, het wetenschappelijk bureau van het Sociaal Liberaal Forum.
Zie: http://thomascool.eu/SvHG/Hulst/Persaankondiging.html
Voor de goede orde: ik ben niet op de hoogte van alle details in deze kwestie, en heb geen behoefte om zonder nadere informatie partij te kiezen.
Mijn positie in deze is wel, voldoende onderbouwd, dat de minister terugtreedt en dat de Kamer de kwestie onderzoekt. Dat de Kamer momenteel van oordeel is dat men reeds voldoende onderzocht heeft, lijkt mij een misverstand.
Het logisch raamwerk is als volgt.
Het ambtenarenreglement zit zo in elkaar dat men door het rijk tot ambtenaar in functie benoemd wordt. Er is geen werkgever-werknemer verhouding waarin beide partijen een contract ondertekenen. Nee, men wordt door het rijk benoemd. Wil het rijk dat, dan kan men eenzijdig ontslagen worden.
Indien een ambtsdrager het vertrouwen van zijn superieuren geniet, bijv. Sorgdrager dat van het parlement, of mijn directeur dat van de minister van EZ, dan kan deze ambtsdrager het vertrouwen in een ondergeschikte opzeggen, en is dat voor de ambtenarenrechter voldoende reden tot ontslag. Waar geen vertrouwen bestaat, lijkt immers geen productieve werkrelatie mogelijk.
Aldus, zolang Sorgdrager het vertrouwen van de Kamer blijft genieten, blijft Docters van Leeuwen ontslagen.
Wel past de kanttekening dat Docters van Leeuwen i.p.v. ontslagen ook overgeplaatst of tijdelijk geschorst had kunnen worden. De rechter zal er rekening mee moeten houden dat puur ontslag mogelijk een te ernstige maatregel is, voor iemand die wil werken en die misschien minder snel elders emplooi vindt. De wachtgeldregeling is niet bedoeld als een goudgerande gevangenis die mensen in maatschappelijke ledigheid gevangen moet houden. Maar goed, dat zijn details, relatief, t.a.v. het gegeven dat Docters van Leeuwen geen PG meer is.
De kernvraag is: heeft Sorgdrager nog dat vertrouwen. Inderdaad, zolang de Kamer niets onderzoekt, zijn er weinig gegevens om die vraag goed te toetsen.
Wanneer de Kamer stelt dat e.e.a. nu aan de rechter voorligt, en dat de Kamer daar buiten moet blijven, mede omdat de rechter ook e.e.a. onderzoekt, dan geeft de Kamer een verkeerde voorstelling van zaken. Immers, de rechter doet een ander onderzoek dan de Kamer. De rechter gaat uit van het bevoegde gezag, en constateert gewoon dat Docters ontslagen is. Het is de Kamer en slechts de Kamer die moet onderzoeken of de minister het vertrouwen nog waard is. Dat is het onderzoek dat Docters van Leeuwen gevraagd heeft, en dat de Kamer hem geweigerd heeft.
Waar Sorgdrager in de Kamer heeft gesteld dat Docters van Leeuwen een 'poging tot chantage' zou hebben gedaan, is daar mogelijk sprake van een affront van een loyaal ambtenaar. Naar ik begrijp heeft Docters van Leeuwen opgemerkt dat de maatregelen van de minister afbreuk zouden doen aan het draagvlak binnen het OM. Dat hoeft geen dreiging te zijn, maar kan heel goed bedoeld zijn als een serieuze waarschuwing. Derhalve, moet de Kamer zich afvragen of de minister van Justitie nog wel overweg kan met serieuze waarschuwingen van haar loyale ambtenaren. De mogelijkheid bestaat heel sterk dat zij de man speelt in plaats van de bal.
Het valt te betreuren dat de Kamer dit punt onderbelicht heeft, en dat geen onderzoek is gehouden naar de ware toedracht. Voor Docters van Leeuwen zal het een zware slag zijn dat juist ook de fractie van D66, die toch deskundig heet te zijn op juridisch terrein, hier niet heeft gekozen voor het voordeel van de twijfel t.b.v. beide betrokkenen. Het laat zich vermoeden dat deze fractie kortzichtig bezig is geweest, want de kwestie zal zijn sporen trekken in de gehele grassroots van die partij. Zeker, wanneer meer mensen inzicht krijgen in het hier beschreven logisch raamwerk.
Van belang is nu dat het ambtenarenreglement aldus geen bescherming biedt tegen dergelijke (politieke) willekeur.
Een ambtenaar die onheus wordt behandeld door een superieur die het vertrouwen van diens superieuren blijft genieten zolang er geen onderzoek wordt ingesteld, heeft geen recht op zulk onderzoek, en staat derhalve bij de ambtenarenrechter machteloos t.a.v. zijn onheuse behandeling.
Wel voorziet het reglement in een bepaald wachtgeld. Het blijkt dat deze regeling vooral opgaat voor hogere ambtenaren die een sterkere onderhandelingspositie blijken te hebben. Voor lagere ambtenaren die een veel zwakkere onderhandelingspositie hebben blijkt het mogelijk dat gesteld wordt dat het ontslag aan eigen schuld is te wijten, waarna geen recht op wachtgeld volgt.
Een reden waarom hogere ambtenaren een sterkere positie hebben, zou kunnen zijn, dat zij dichter bij de politiek staan, en beter zicht hebben gehad op de politieke beïnvloeding van het beleid. Ambtenaren staan ten dienste van hun politieke ambtsdragers. Zij moeten doen wat opgedragen wordt. Eventueel wordt het Nederlandse volk misleid, bijvoorbeeld met halve waarheden of wellicht met een hele leugen. Hoge ambtenaren weten beter wat er gebeurd is, en kunnen politiek meer schade berokkenen. Derhalve kan een hoger wachtgeld ervoor zorgen dat de ambtenaar nadien blijft zwijgen.
Een bekend voorbeeld is dat minister Zalm, samen met zijn collega's te gast bij Marcel van Dam, toegaf bereid te zijn te liegen wanneer het een belangrijke aangelegenheid t.a.v. de wisselkoers betrof. Zalm zou het vanzelfsprekend niet kunnen hebben dat hij als minister beweert "De koers blijft gelijk" terwijl zijn ambtenaren verklaren dat zij in werkelijkheid bezig zijn met een koersherziening. Of, actueel, dat Zalm verklaart kritisch te kijken naar de Italiaanse positie t.a.v. de EMU, terwijl zijn ambtenaren in lachen uitbarsten en roepen dat Italië natuurlijk zal meedoen. Haha, die grappige Gerrit.
Omgekeerd is de positie van de lagere ambtenaar zwak. Ik geef mijn eigen casus, want het gaat hier ook om de parallellen.
Mij is aangeboden dat ik onder artikel 99 t.a.v. de 'onverenigbaarheid van karakters' zou kunnen vertrekken, met behoud van wachtgeld en de mogelijkheid nog een jaar aan het CPB verbonden te blijven om vanuit een werkende positie te kunnen solliciteren. Tevens zou het CPB zorgen voor een 'outplacement'. Voorwaarde was wel een vrijwillig vertrek, hetgeen, natuurlijk, impliceerde dat ik erkende dat de dienstleiding geen aanleiding had gegeven tot mijn vertrek, en dat ik aldus ook geen geloofwaardige basis meer had om nadien met kritiek te komen. Omgekeerd, indien ik dit aanbod niet accepteerde, dan zou de dienstleiding mij ontslaan op grond van artikel 98, ongeschiktheid. Naar mijn mening, zoals ook toegelicht in mijn boek "Trias Politica & Centraal Planbureau" uit 1994 pleegde de directie hier effectief chantage. Het leek mij ook ongepast om artikel 99 te accepteren, want vanuit mijn bescheiden wetenschappelijke opstelling was ik gaarne bereid tot de vervulling van mijn functie. Tot mijn spijt is het wel tot zo'n ontslag op grond van artikel 98 gekomen, en heeft de ambtenarenrechter dit tot nog toe geaccepteerd. Zoals al opgemerkt is de positie van de lagere ambtenaar zwak, en een besluit van de rechter wordt niet zozeer gebaseerd op logica en waarheid maar vooral op overwegingen van gezag.
En, waar ik boven schreef: "Waar geen vertrouwen bestaat, lijkt immers geen productieve werkrelatie mogelijk" is er de uitzonderingsclausule, dat wetenschappers reeds door hun ethiek gehouden zijn aan een correcte opstelling. Maar daar heeft de rechter geen rekening mee gehouden.
PM: Het artikel "Onafhankelijk OM is uit den boze", van Cliteur (RUL) in de NRC 12/2/98 is boeiend, te meer omdat de daar gehanteerde argumenten kunnen worden toegepast op de discussie t.a.v. de vermeende onafhankelijkheid van het Centraal Planbureau.
Dezer dagen, februari 1998, heeft de minister van EZ besloten t.a.v. mijn verplaatsing geen nieuw besluit te nemen. Hij accepteert dat ik teruggeplaatst ben. Aldus is er voor de Centrale Raad de nieuwe informatie dat er volgens de minister geen reden voor de verplaatsing bestond. Eerdere beweringen dat ik niet te handhaven zou zijn, zijn daarmee in strijd, en klaarblijkelijk ingetrokken gezien het jongste besluit. Derhalve zal ik de Centrale Raad verzoeken het oordeel t.a.v. het ontslag te heroverwegen.
T.a.v. de bezwarencommissie van EZ heb ik wel betoogd dat er de facto sprake is geweest van een verplaatsing, ook al heeft de minister momenteel geen de iure besluit genomen. De ambtenarenrechter heeft al vastgesteld dat het eerdere besluit met machtsmisbruik tot stand was gekomen. Ik heb de minister verzocht te onderzoeken hoe dat machtsmisbruik tot stand heeft kunnen komen. De minister heeft dat verzoek afgewezen, en, zoals gezegd, heeft een ambtenaar geen recht op zulk onderzoek. Vooralsnog wint hier de leugen.
Thomas Cool